Top 10 belangrijkste basisregels Pickleball

Pickleball is een snelle, leuke en laagdrempelige sport die elementen van tennis, badminton en tafeltennis combineert. Of je nu net begint of je regels wilt opfrissen: deze 10 basisregels vormen de kern van elk potje pickleball.

Het speelveld: Pickleball wordt gespeeld op een veld van 6,10 bij 13,41 meter (vergelijkbaar met een badmintonveld). Het net is 91 cm hoog aan de zijkant en 86 cm in het midden.

1. De puntentelling

Alleen de serveerder kan punten scoren. Spelen kan tot 11, 15 of 21 punten, maar je moet altijd met minimaal 2 punten verschil winnen.

2. De service

De service moet onderhands worden geslagen, met de paddle onder de heup. De bal moet diagonaal in het servicevak van de tegenstander landen.

3. Wisselen van speelhelft

Om eerlijk spel te garanderen, wordt er bij pickleball vaak van speelhelft gewisseld als een speler of team een bepaald aantal punten heeft bereikt (bijvoorbeeld bij 6 of 8 punten in een wedstrijd tot 11). Zo heb je evenveel voordeel of nadeel van bijvoorbeeld zon, wind of andere omstandigheden. Controleer van tevoren met je tegenstanders wanneer jullie wisselen, zodat het voor iedereen duidelijk is.

4. Eerste bal-regel (Two-Bounce Rule)

Na de service moet de bal eerst één keer stuiten aan beide kanten voordat je mag gaan volleyen (de bal direct uit de lucht slaan).

5. De ‘Non-Volley Zone’ (de ‘kitchen’)

Je mag niet in de non-volley zone (de ‘kitchen’, een gebied van 2,13 meter vanaf het net) staan en een volley slaan. Eerst moet de bal stuiteren als je deze vanuit dit gebied wil terugslaan.

6. Serveren: één poging

Je krijgt per beurt maar één kans om goed te serveren, behalve als de bal het net raakt maar wel in het juiste vak belandt (“let-serve”), dan mag je opnieuw serveren.

7. Fouten en wisselen van service

Een fout (bal uit, in het net, fout geserveerd, voetfout) betekent dat het recht op serveren wisselt naar de tegenstander, of bij dubbelspel naar je partner (behalve aan het begin van de game).

8. Dubbelspel-regel: beide spelers serveren

In dubbelspel mag, op het eerste servicebeurt van een game na, elk teamlid serveren voordat de service naar de tegenstanders gaat.

9. De bal mag de lijn raken

Bij pickleball zijn lijnen onderdeel van het speelveld, behalve bij de service: dan telt de kitchen-lijn als ‘uit’ als de bal deze raakt.

10. Communicatie en samenwerking (vooral bij dubbelspel)

Bij dubbelspel is goede communicatie met je partner essentieel. Roep duidelijk "ik" of "jij!" zodat jullie niet allebei voor dezelfde bal gaan of juist allebei denken dat de ander de bal pakt. Door samen te overleggen en afspraken te maken, voorkom je misverstanden en speel je als team een stuk sterker.

---

Met wat voor bal wordt er gespeeld? Bij pickleball gebruikt men een speciale, geperforeerde kunststof bal die qua uiterlijk een beetje lijkt op een wifflebal (hol, met gaatjes erin).

Er zijn twee hoofdsoorten pickleball-ballen:

1. Indoor ballen:

   • Hebben meestal 26 grote gaatjes.

   • Zijn iets zachter en lichter.

   • Stuiteren iets hoger en zijn makkelijker te controleren.

   • Worden gebruikt op gladde indoorvloeren (zoals gymzalen).
     

2. Outdoor ballen:

   • Hebben 40 kleinere gaatjes.

   • Zijn harder en iets zwaarder, zodat ze minder gevoelig zijn voor wind.

   • Stuiteren lager en zijn wat sneller.

   • Worden gebruikt op buitenbanen (bijvoorbeeld asfalt of kunstgras).